OVER
ACHTERGROND

Erik geeft sinds 2002 bijeenkomsten en retraites in Nederland en België.

NON-DUALITEIT

Er valt niets te bereiken. Thuis-zijn is reeds het geval.

De meeste mensen leven in de veronderstelling dat hun lichaam wordt bewoond door een persoonlijk ‘zelf’. Er lijkt zich daar een regisserend centrum te bevinden, een afzonderlijk ‘ik’ met een vrije wil en in staat om autonoom te handelen en keuzes te maken. Hoe overtuigend het ook voelt, dit persoonlijke zelf is puur imaginair, het heeft niet meer realiteit dan een droom. Dit betekent dat alles in ons leven simpelweg gebeurt, er is nooit werkelijk iemand geweest die de dingen ‘deed’. Zelfs het idee een spiritueel zoeker te zijn die op weg is naar een hoger doel, is gewoon wat er gebeurt. Of beter gezegd: het lijkt te gebeuren, want een illusie gebeurt niet werkelijk.

Inherent aan het imaginaire zelf is een basaal gevoel van gemis. Het is het verlangen om terug te keren naar onze natuurlijke staat van Zijn, de toestand van niet-zoeken, van compleetheid. Door dit gevoel van gemis ontstaat er een zoekbeweging, een gerichtheid op de toekomst, waar we datgene wat lijkt te ontbreken hopen te vinden.

De universele overtuiging van de zoeker is, dat ‘dit’, wat er nu is, het niet is. Er ontbreekt iets, en dus moet er iets veranderen. De uiteindelijke vervulling waar ik naar verlang is niet hier, dus ik moet op reis in de tijd om die te vinden. Er moet iets veranderen, er moet iets gebeuren en het is aan ‘mij’ de persoon, om dat te doen. Maar de persoon is een gedroomd personage. Waar anders kan de zoektocht van een droompersonage toe leiden dan een imaginaire zoektocht?

Als zoeker lijden we aan een hardnekkige overtuiging: ‘Ik’ ben ‘er’ nog niet. Ieder heeft zo zijn eigen concepten over hoe dat ‘er’ eruit zou moeten zien, maar hoe dat uiteindelijke doel er ook uitziet, de zoeker is voortduren op weg naar iets ‘beters’.

De suggestie die hier wordt gedaan, is dat zowel de ‘ik’ als de ‘er’ niet werkelijk bestaan. Er is geen ‘ik’ en er is geen ‘er’. Er is namelijk alleen maar dit, wat er nu is. Er is niets anders. Alles is al een uitdrukking van Eenheid, inclusief de droom een zoeker te zijn die meent iets te moeten bereiken.

Waar we als zoeker het diepst naar verlangen, is niet de perfecte partner, de hoofdprijs in de loterij, het ideale lichaamsgewicht of het tweede huis in Zuid Frankrijk. Waar we het meest naar verlangen is de totale afwezigheid van het zoeken. We verlangen naar de vrijheid die dat geeft. Hoe zou je rust kunnen ervaren als je gelooft in het idee dat je ‘er’ nog niet bent? Hoe zou je rust kunnen ervaren als je gelooft in het idee dat er eerst nog iets moet veranderen? Onmogelijk, want er is voortdurend dat knagende gevoel dat er iets ontbreekt. Zoeken leidt niet tot vinden, zoeken leidt tot nog meer zoeken. Zoeken kan onmogelijk leiden tot het einde van het zoeken. Het spirituele pad is niet een reis met een eindbestemming, het is een eindeloze vicieuze cirkel. De zoeker is als een hamster in een loopwiel die maar door blijft rennen zonder ook maar een stap verder te komen. Er is geen ‘verder’. Er is alleen maar dit ene ondeelbare tijdloze moment.

Wat blijft er over als het zoeken stopt, als die dwangmatige gerichtheid op straks en later tot een einde komt? Al wat er overblijft is ‘dit’, de ervaring van dit moment. Als de ervaring die er nu is simpelweg wordt ervaren, zonder het idee dat ze tot een beter volgend moment zou moeten leiden, dan wordt de huidige ervaring als compleet ervaren. Met andere woorden ‘dit’, wat er nu is, is waar we feitelijk naar verlangen. Het is überhaupt het enige dat er is.

De zoeker leeft in tijd en kan niet anders dan spiritualiteit zien als een lineair traject met aan het einde die fel begeerde eindstreep. Als die eenmaal gepasseerd is, zo denken we als zoeker, zal de spirituele hoofdprijs in de vorm van blijvende vervulling, geluk en vrede ons ten deel vallen. Het is een wortel waar we achteraanhollen, meer niet.

De zoekende neiging van de persoon uit zich in de behoefte aan instructies en oefeningen waar hij mee aan de slag kan gaan en de drang om alles te willen begrijpen. Hij voelt een sterke noodzaak om iets te ‘doen’ en om dingen te weten te komen. Maar alles wat de persoon doet en toepast, versterkt de droom die persoon te zijn, ook al leidt het beoefenen van iets tot plezierige ervaringen. Ook in kennis ligt de belofte verscholen dat het uiteindelijk tot vrijheid zou kunnen leiden. Maar het leven valt niet te begrijpen, het is een compleet mysterie. Kennis vergaren leidt niet tot vrijheid, het leidt tot kennis.

Deze boodschap is niet te begrijpen door het verstand. Het verstand kan er hooguit op conceptueel niveau intellectuele bevrediging uithalen, meer niet. Maar het kan gebeuren dat er op een dieper niveau iets gaat meetrillen. Wat resoneert is een intuïtief weet hebben van een vrijheid die altijd onvoorwaardelijk aanwezig is, en waar niets voor hoeft te worden ondernomen.